223. Goddelijke Speeltuin

Ze waren me al eerder opgevallen, hier in het grensgebied tussen Thailand en Cambodja, die bunkerachtige gebouwtjes langs de weg die in de verte doen denken aan de bunkers in de Zandvoortse duinen waar wij in onze na-oorlogse jonge jaren op avontuur gingen. Verboden terrein was het officieel, maar dat maakte het des te spannender. Ook liep er een reusachtige stenen muur dwars door het duingebied, waarvan we pas later begrepen dat het een anti-tank muur was die, met de bunkers, deel uitmaakte van de Atlantic Wall, de verdedigingslinie die de Nazi’s langs de Europese kust hadden gebouwd. Maar de Thaise bunkers dienden een omgekeerd doel: ze waren er niet om soldaten te huisvesten en vijandelijkheden af te slaan, zoals die van de Duitse bezetter, maar om burgers een veilig heenkomen te bieden tijdens mogelijke aanvallen vanuit Cambodja. Geen bunkers dus, maar bovengrondse schuilkelders.

Geloof het of niet, die Thaise schuilkelders hebben met religie te maken. Moeilijk te rijmen? Welnee, religie en oorlog gaan hand in hand, het geloof in goddelijkheid heeft een spoor van geweld door de menselijke geschiedenis getrokken. Kruistochten, de Spaanse inquisitie en heksenjacht, de apartheid in Zuid-Afrika en de segregatie in Amerika die konden blijven bestaan doordat kerken en christenen dit systeem ondersteunden, ’t is maar een greep. Natuurlijk, het ligt allemaal genuanceerder, Karin Armstrong laat in haar boek In Naam van God – religie en geweld zien dat de ware redenen voor oorlog en geweld in onze historie meestal minder met religie van doen hadden dan dat ze sociaal, economisch of politiek van aard waren. Maar toch, religie als aanjager van gewelddadigheid is ons niet vreemd. In India hadden we Ayodhya waar hindoes en moslims elkaar in 1992 te lijf gingen omdat hindoes een moskee vernielden die gebouwd zou zijn op de ruïnes van een door moslims verwoeste hindoe-tempel. En hier in het grensgebied tussen Thailand en Cambodja ontstond een gewapend conflict toen beide landen elkaar in de haren vlogen over de vraag op wiens grondgebied de 11e eeuwse Preah Vihear Khmer tempel stond. Er vielen doden, de VN werden ingeschakeld, in 2013 werd een gedemilitariseerde zone ingesteld en het grondgebied werd in gelijke delen aan de strijdende partijen toebedeeld, maar nog steeds zijn er aan Thaise kant militaire controleposten, grensovergangen zijn gesloten, en er zijn dus nog steeds die schuilkelders waar Thai een veilig heenkomen konden vinden mocht Cambodja met een luchtaanval komen.

Religie komt van het Latijnse religare, en betekent binden, bijeen brengen. Niet overdreven als we stellen dat het heel wat anders is geworden dan wellicht ooit de bedoeling was. Religie, of laten we zeggen geïnstitutionaliseerde godsdienst, lijkt op geen enkele manier voeling te hebben met dat ‘hogere’ waar het, mogen we toch aannemen, ooit om ging, laat staan dat het levensbevestigend en optimistisch is. Integendeel. Godsbeleving is teruggebracht tot vreugdeloze, geritualiseerde handelingen, streng kijkende mannen in rare kleding en de Rooms-Katholieken maken er helemaal een potje van nu de laatste jaren de ene na de andere beerput wordt opengetrokken en wij een onthutsend inkijkje krijgen in wat zich achter de hypocriete façade van hun godsbeleving afspeelt. Voor de papen blijkt religie een door god gegeven speeltuin waar ze naar hartelust hun seksuele fantasieën kunnen botvieren en hun eigen homoseksualiteit verstoppen achter extreme homofobie, zoals blijkt uit het boek Sodoma: Het geheim van het Vaticaan van de Franse socioloog Frédéric Martel dat volgende week verschijnt.

Wat zich hier in Thailand en Laos afspeelt weet ik niet, maar dat er veel buitenkant is, wordt ook hier duidelijk. Voor zover ik weet nog geen gruwelverhalen, de structuur van het boeddhisme leent zich daar minder snel voor, maar toch, ook hier begint het metselwerk scheuren te vertonen. Geen misbruikschandalen, het is wat ludieker hier. Zo was er onlangs een noodkreet in de media dat ruim de helft van de Thaise monniken aan obesitas lijdt, met alle gevolgen van dien: te hoog cholesterol, te hoge bloeddruk en diabetes. ‘Een tikkende tijdbom’, zegt een hoogleraar van de universiteit van Bangkok. Hoe dat komt? De traditie is dat monniken van hun voedsel afhankelijk zijn van de burgers. ’s Ochtends vroeg gaan ze met hun bedelnap langs de huizen, waar ze aalmoezen krijgen in de vorm van eten en drinken. Deze traditie heeft volgens de boeddhistische leer dubbel voordeel: de monniken hoeven geen kostbare tijd te besteden aan eten koken en hebben dus meer tijd voor studie, en de overwegend zeer religieuze bevolking geeft graag, want het is een teken van respect én het verdient punten voor een goed karma. Maar waar vroeger een handje rijst en een hardgekookt ei voldeden, maakt de moderne voedselindustrie het makkelijker voor de burgers: nu geven ze, naast kleefrijst en eieren, ook pakken koekjes en mierzoete energiedrankjes. En omdat monniken na de middag niets meer mogen eten, houden ze hun energie op peil met die dikmakers.

Maar in Laos zag ik iets waar ik tot op vandaag niet veel van begrijp. Als we aan boeddhistische monniken denken hebben we, ik tenminste, bewust of onbewust een associatie met lieden die een sober leven leiden in dienst van dat hogere. Het niet toebrengen van leed aan andere levende wezens is daarbij een van de leefregels, en je zou zeggen dat het eten van dieren dan ook not done is omdat dieren gedood moeten worden. Maar in Laos zag ik hoe creatief daarmee kan worden omgegaan. Ik kwam bij een tempel waar het een drukte van belang was: een lange rij mensen die langzaam langs een tafel schuifelden en voedsel en geld in plastic zakken deden. Kleefrijst, maar ook ingepakt voedsel en heel veel bankbiljetten.

En voor wie al die gulle gaven? Dat bleek een groep monniken te zijn die iets verderop onder een afdak zat temidden van een onvoorstelbaar overvloedige maaltijd, aangedragen door dorpelingen die devoot knielden bij het neerzetten van enorme schalen waarop bakjes vol diverse soorten groenten, rijst, noedels, fruit en vooral vlees. Heel veel vlees. De monniken waren net aan hun maaltijd begonnen toen ik op het toneel verscheen en geen van hen leek enig bezwaar te hebben tegen de farang, de vreemdeling die hen van dichtbij gadesloeg en foto’s maakte, zozeer waren ze verdiept in hun copieuze maaltijd. Hap hier, hap daar, en botjes netjes afkluiven. Ik ben niet tot het eind gebleven, weet dus niet wat met de rest van het eten gebeurde, maar dat er eindeloos veel meer was dan de monniken konden verstouwen was duidelijk. Maar ik had geen idee wat ik gezien had.

Later die dag legde ik die vraag voor aan Jacques, de Franse eigenaar van het guesthouse waar ik logeerde. Wat was dat voor een bijeenkomst? Hij wist het niet precies, het was geen speciale datum vandaag, kon dus van alles zijn. Een door een vermogend particulier gefinancierd feest om de goden gunstig te stemmen, dat kwam nogal eens voor, en monniken bij je feest was altijd, even zocht hij naar het Engelse woord, en toen in het Frans: de bon augure. De wat? Eh, good fortune, like a blessing. Auspicious? Hij knikte. Oui c’est ça. Maar waarom dan die bankbiljetten? Donaties voor de tempel. En dat vlees? Kon dat zomaar? Hij schoot in de lach. Ja, dit zijn Theravada boeddhisten, het gaat hen om de intentie. De belangrijkste factor bij karma is intentie, en bij het eten van vlees is er geen intentie om een levend dier te doden. Dat is immers al dood, maar het is niet specifiek voor jou gedood. Dát mag namelijk niet. Nu was het mijn beurt om in de lach te schieten. Klinkt dat niet erg jezuïtisch? Gewoon een lulsmoes om iets dat hartstikke fout is goed te praten? Jacques knikte. Ja, zo werkt religie nu eenmaal. Ja toch?

Ja, helaas wel. Georganiseerde religie is bedrog op alle fronten. Liegen, misbruik, oorlog, machtsmisbruik, en alles is geoorloofd om die macht te consolideren. Maar religie moet iets persoonlijks zijn, iets van jou alleen. Verinnerlijkte rijkdom, inzicht, begrip en liefde. Je best doen voor iets waarin je heilig (!) gelooft. En dat kan heel goed religie zijn. Als het maar werkt wat je doet, en oprecht is, dan is het goed. Zoals deze jonge monniken die ik onlangs achterop kwam. Ook op weg met hun bedelnap om voedsel op te halen. Kijk nou, die hoeven zich geen zorgen te maken over obesitas. Mijlenver moeten ze lopen in een gebied waar de huizen schaars zijn. En op blote voeten ook nog. Petje af.

_________________________________________________________________________
duniya-website Nog een paar honderd kilometer en de sponsorrit door China, Vietnam, Laos en Thailand zit er op. Maar dat wil niet zeggen dat onze doelstelling, geld inzamelen om ons voedselproject in India te kunnen financieren, ook stopt.

Integendeel. Stichting Duniya blijft bestaan, ons werk gaat door, en daar is elk jaar weer heel wat geld voor nodig. Donateurs zijn welkom! En wil je op de valreep mijn sponsorrit nog steunen? De spelregels vind je op de sponsorpagina van Stichting Duniya. Dank!
_________________________________________________________________________

3 gedachten over “223. Goddelijke Speeltuin

  1. Mijn God, Hans, waar haal je, ondanks, of misschien dankzij “het fietsen” de tijd vandaan om zo’n mooi verhaal te schrijven. De spijker op de kop! Ondanks dat je ouders jullie allemaal behalve Aadje dan, naar Maria en de apostelen hebben vernoemd: Lucas, Johannes en Petrus? Ook ging bij jullie thuis de vlag uit op bijzondere dagen. Ik zie het nog voor me die stellage op zolder. Ik vraag me werkelijk af Hans, wat bij jou zo’n omslag heeft teweeg gebracht? Het koningshuis kan volgens jou de prullenbak in en de religie, daar heb je helemaal niets meer mee, ik trouwens ook niet MEER. Maar voor andere lieden is en blijft het een leidraad en daar is niets mis mee. Ik hoop echt dat we in de komende tijd hier eens ernstig over kunnen bijpraten.
    Ik geniet van je verslagen, wens je voorspoed op “de laatste loodjes” ,
    Groet,
    Carel

    • M’n beste Carel,
      geestig dat je je reactie begint met de aanhef Mijn God… 🙂
      Je herinnert je veel van onze jeugd in dezelfde buurt, maar dat met die namen klopt niet helemaal. Het is Peter, niet Petrus, en zijn tweede naam is Richard, als in Wagner. Zoals ik Johannes heet als in Brahms. Vader was immers musicus… Een bijbelse connotatie zit er overigens wel degelijk in: mijn tweede naam Tobias, naar het (voor de protestanten) apocriefe boek uit het Oude Testament. Peter zal van Petrus komen, Lucas spreekt voor zich (een veel voorkomende naam in het geslacht De Clercq) en Maria eveneens.
      Ja, de vlag, de constructie om de stok uit het smalle zolderraam te kunnen steken en recht te houden – slim was dat.
      Carel, we halen later eens herinneringen op. Tot ziens!

  2. “Hij schoot in de lach. Ja, dit zijn Theravada boeddhisten, het gaat hen om de intentie. De belangrijkste factor bij karma is intentie, en bij het eten van vlees is er geen intentie om een levend dier te doden. Dat is immers al dood, maar het is niet specifiek voor jou gedood. Dát mag namelijk niet. Nu was het mijn beurt om in de lach te schieten.” En ik lach mee, want dit is volstrekte kolder als dit verhaal van de Fransman klopt. Zo kan je alles, maar dan ook echt alles naar je hand zetten. De keuze wel/niet/weinig vlees te eten moet iedereen vooral zelf maken, maar die religieuze excuus-Truus is lachwekkend.
    Groeten van je vrouw die net 8 kippen heeft gekocht en met een tokkelende Landrover langs het Tjeukemeer reed. Mijn intentie is dat ze niet in de soep komen, maar ja, karma!

Plaats een reactie