160. Niet Zonder Troost

Je kon er op wachten, op de zure, neerbuigende commentaren hoe het Nederlandse volk reageert op de rampzalige gebeurtenis met de MH17. In de Volkskrant vraagt een brievenschrijver zich af of we een volk van watjes zijn geworden en niets beters te doen hebben dan zwelgen in het verdriet van anderen. En zoals te verwachten laat ook pseudo-intellectueel Arnon Grunberg zich niet onbetuigd. Op de voorpagina van diezelfde Volkskrant kapittelt hij NRC Handelsblad, die een grote foto van een vlag halfstok had geplaatst met de tekst ‘Iedereen kent wel iemand’. Waarop Grunberg bitst dat ‘de kwaliteitskrant kennelijk niet geïnteresseerd is in het duiden van feiten, maar in het oproepen van emoties en het spelen met nationalistische motieven’.

Nationalistische motieven? Daar moest ik even op kauwen. Wat mijn relatie tot land en volk betreft, heb ik me wel eens afgevraagd of ik nationalistisch ben, in de gangbare betekenis van chauvinistisch, vaderlandsgezind. Niet, was mijn conclusie. Ik verdom het om het Wilhelmus te zingen, omdat ik die absurde tekst over de Spaanse koning die ik altijd geëerd heb niet over m’n lippen kan krijgen, en ook Mijn schild ende betrouwen, zijt Gij o God mijn Heer, nee, liever niet. Al die voetballers van het Nederlands elftal die dat kort geleden in Brazilië nog uit volle borst meezongen, het blijft toch een wonderlijke aanblik. Automatische piloot, niet nadenken.

Maar dat is, denk ik, niet wat Grunberg bedoelde met nationalistisch. Wat dan wel? In hoeverre is de kopregel ‘Iedereen kent wel iemand’, duidend op de enorme impact die de gruwelijke dood van bijna driehonderd schuldeloze passagiers heeft, fout? Het vat precies samen waar de massale rouw die zich over ons land legde over gaat: ook als je niemand kende, was er het vreeswekkende, keeldichtknijpende besef dat het ook jezelf had kunnen overkomen. Of iemand die je dierbaar is. 10404508_10203564900057049_7643387684898404218_n Hoe vaak heb ik Mirjam de afgelopen twintig jaar uitgezwaaid op Schiphol? En hoe vaak gingen we samen aan boord? India, Vietnam, Thailand, Indonesië, Singapore, Australië, Maleisië, Hong Kong…. altijd ging het oostwaarts, zoals ook het gedoemde vliegtuig van Malaysia Airlines oostwaarts vloog. En toen afgelopen woensdagmiddag de twee vliegtuigen uit Charkov aankwamen en we op de televisie zagen hoe de kisten naar de rouwauto’s werden gedragen, was er ook diezelfde identificatie: het had een van ons kunnen zijn. Terwijl de kisten werden gedragen weerklonk uit het publiek plots een luide jammerklacht, een oerkreet van verdriet. En wij, thuis kijkend naar de beelden, hoorden het wanhopig huilen en zaten met tranen. Zijn dat nationalistische motieven? Natuurlijk niet. Het zijn menselijk motieven. Ontzetting. Empathie. Gedeelde smart.

Terwijl ik dit schrijf zijn de vliegtuigen zojuist voor de derde keer uit Oekraïne in Eindhoven geland, dit keer met 75 kisten, en speelt zich hetzelfde af als de twee voorgaande dagen. De rituele overdracht van de kisten naar de lijkwagens, de lange stoet over de snelweg naar Hilversum. Een zeldzaam aangrijpend beeld, en wat laat de NOS zich van zijn beste kant zien. Uren achtereen zwijgende televisie, geen commentaar nodig, de beelden spreken voor zich. Schakelend langs diverse buitenlandse zenders zag ik dezelfde beelden, ze gingen de hele wereld over. BBC World, Al Jazeera, CNN. Daar werd wel gepraat, heel veel zelfs, vooral bij CNN. Maar het waren vooral superlatieven die ik hoorde, diep respect voor wat Nederland de wereld liet zien, hoe je met dit onvatbare verdriet moet omgaan. Na het gesol met de lichamen in Oekraïne, nu het moment van thuiskomen. Er hoefde niets gezegd, de beelden vertelden alles. Zacht het klapperen van een vlaggetouw tegen de mast waar de vlaggen halfstok hingen. De groepjes van acht militairen die met uiterste zorgvuldigheid de kisten in de lijkwagens schoven. Frans Timmermans, onze onvolprezen minister van Buitenlandse Zaken, die zo’n vlammende, emotionele toespraak had gehouden bij de VN Veiligheidsraad. Nu sloeg hij een troostende arm om een door verdriet verscheurde nabestaande toen de stoet met zwarte auto’s zich in beweging zette. Zelfs op CNN viel het commentaar stil toen de auto’s in een lange rij derwaarts reden. Zwarte stilte. Een zeldzaam beeld van respect en mededogen voor de ongelukkigen die hoog in de lucht een gruweldood stierven. En ik keek naar Mirjam en zei: het had een van ons kunnen zijn.

En juist dáár ligt de invoeling, de empathie, het mededogen: in de herkenning. Is dat zwelgen in het verdriet van anderen, zoals die brievenschrijver suggereerde? Natuurlijk niet. Alleen door het op onszelf te betrekken, kunnen we bij benadering voelen wat de nabestaanden moeten doorstaan. Noem het gedeeld verdriet. Niks mis mee. En al helemaal niet nationalistisch.

Foto: ANP.

Foto: ANP.

Nog even terug naar Arnon Grunberg. Hij meende in de Volkskrant ook nog te moeten zeggen dat het leven ‘een serie van oefeningen is, met als doel zonder troost te kunnen’. Er zal wel een verklaring voor zijn dat hij met zo’n pseudo-wijsheid op de proppen komt. Joodse zelfhaat, zoiets. Maar hij heeft het hoe dan ook mis. Zo ziet het leven er niet uit, en de dood evenmin. Want we kunnen niet zonder troost. Nee, we kunnen niet zonder troost.

En die nationalistische motieven? Op zijn FB pagina schreef Frans Timmermans: ‘Met u denk ik, zeker vandaag, aan de slachtoffers en hun dierbaren. Zij vertegenwoordigen het beste van onze natie en zij halen het beste uit onze natie naar boven’.

Dat laatste, daar gaat het om. En als dat nationalistische motieven zijn, het zij zo.

8 gedachten over “160. Niet Zonder Troost

  1. Je treft het heel raak: het had ons ook kunnen overkomen. En dat besef bindt ons! Ik ben blij dat wij niet alleen bij een WK voetbalwedstrijd maar ook en vooral saamhorig zijn in deze intense droefheid. En Grunberg….daar hoef ik gelukkig geen traan voor te plengen!

  2. Had dat van Grunberg nog niet vernomen, bovendien vind ik hem sowieso een L..Ben blij dat je toch nog een beetje vaderlandsliefde in je hebt, om met jouw woorden te spreken: proud to be a Dutchman. Goed stuk Hans.

  3. Indrukwekkend was het wel, het aankomen van het vliegtuig, ik kreeg er kippenvel van, ook het inladen en de stoet met auto’s was erg plechtig. Aan de andere kant bekruipt mij het gevoel van onbehagen wanneer er gesproken wordt over alle Nederlanders die rouwen of meeleven, ik bepaal dat liever voor mezelf, ik wil niet verplicht rouwen, ik wil er op een eigen manier bij stilstaan en dan door met leven. Het nationalisme dat ons bindt zorgt in andere gebieden voor oorlogen, precies zo’n oorlog die deze ramp heeft veroorzaakt. Ik houd van saamhorigheid, maar niet als het opgelegd is, geen verplicht wilhelmus zingen (ik krijg het ook m’n strot niet uit). Zoals een lezer schreef naar de Volkskrant, voor mij geen stille tocht van onbekenden maar liever alleen mensen die rouwen die mij gekend hebben als ik dood ben.

  4. “En juist dáár ligt de invoeling, de empathie, het mededogen: in de herkenning. Is dat zwelgen in het verdriet van anderen, zoals die brievenschrijver suggereerde? Natuurlijk niet. Alleen door het op onszelf te betrekken, kunnen we bij benadering voelen wat de nabestaanden moeten doorstaan. Noem het gedeeld verdriet. Niks mis mee. En al helemaal niet nationalistisch.”

    Het gaat om het ‘op onszelf betrekken’, dat in dit geval alleen gebeurt vanwege het feit dat er Nederlandse paspoorten bij betrokken zijn. DAT is nationalistisch. Niet het oprecht berouwen van vrienden, bekenden, familieleden, kennissen of mensen in het algemeen. Maar het gaat in de huidige media-hype niet om mensen in het algemeen; wel om specifieke mensen die een Nederlands paspoort bij zich dragen.

    “Iedereen kent wel iemand”. Wat daar mis mee is, is dat het gewoon niet waar is. Ik ben de afgelopen week vooral mensen tegen gekomen die niet iemand kenden die in dat vliegtuig zat. Met zo’n slogan wordt het drama uitvergroot naar iets wat gewoon niet waar is en de nadruk gelegd op het nationale karakter van dit drama.

    Frans Timmermans’ quote “Zij vertegenwoordigen het beste van onze natie en zij halen het beste uit onze natie naar boven” onderlijnt het inderdaad door letterlijk het woord in de mond te nemen. Iedereen is vrij om te reageren op deze tragedie zoals hij/zij wil, maar laten we dingen wel gewoon bij de naam noemen.

    • Tja … misschien had NRC als kop moeten schrijven ‘Iedereen kent wel iemand die iemand kent’. In mijn (ons) geval is dat namelijk zo. Echter, als u zegt ‘ik ben de afgelopen week vooral mensen tegengekomen die niet iemand kenden…’, zegt u expliciet dat u óók mensen bent tegengekomen die wél iemand kenden. Anders zou u in plaats van ‘vooral’ de kwalificatie ‘uitsluitend’ gekozen hebben.

      Het ‘op onszelf betrekken’ was een duiding van de definitie van het begrip empathie. Je kunt immers pas dan begrijpen wat iemand voelt als je het toetst aan je eigen waarneming, je eigen gevoel. Kortom: herkenning. Dat, en niet anders, is de bestaansgrond van het menselijk vermogen tot empathie.

      En dat het nationalistische daarin zou liggen dat er Nederlands paspoorten bij betrokken zijn, nou nee – lichamen (of lichaamsdelen) van álle slachtoffers, ongeacht nationaliteit, zijn naar Nederlands grondgebied overgebracht. Het saluut gold alle slachtoffers. Tenminste, dat neem ik in alle redelijkheid aan. Ik kan echter niet in de hoofden en harten van anderen kijken. Dat kan niemand. Ook u niet. Vraag is dus, of we tot oordelen bevoegd zijn.

Plaats een reactie